Een integrale aanpak van de openbare ruimte is essentieel om alle opgaven in die openbare ruimte aan te kunnen pakken. Tegelijkertijd komt die integrale aanpak maar moeilijk van de grond.
STANTEC maakt in dit rapport (en bijbehorende bijlage) inzichtelijk waar de belangrijkste knelpunten zitten in de uitvoering van werken in de openbare ruimte voor gemeenten en andere betrokken organisaties zoals netbeheerders en nutsbedrijven.
In het rapport worden de volgende knelpunten gesignaleerd:
- Sectorale organisatie belemmert sector overstijgend werken, daarbij zitten sectorale planning en budgetten in de weg. Sector overstijgende aansturing met een goed oog voor cultuurverschillen (bijvoorbeeld tussen het fysiek en sociaal domein) is van belang.
- Een tactisch kader (horizon van 4 – 10 jaar) tussen ambities (strategische horizon veelal 10 tot 15 jaar) en programmering van de uitvoering (maximaal 4 jaar, vaak minder) ontbreekt. Dit maakt prioritering in mogelijkheden voor koppelen en slim afstemmen lastig.
- Een goede koppeling fysiek en sociaaldomein mist en lijken soms haaks op elkaar te staan. De brug tussen wijkgericht werken en sectorale, veelal civieltechnisch georiënteerde opgaven, is nog erg lastig.
- Data en informatie kan beter worden benut, bijvoorbeeld via informatie van assetmanagement.
Ook geeft het rapport aanbevelingen voor vervolgstappen:
- Integraal werken aan opgaven vraagt een aanpassing van de organisatie. Als de organisatiestructuur (nog) onvoldoende is ingericht op het sturen op integrale samenhang, levert dit organisatorische knelpunten op. In sectoraal werkende organisaties is een beperktere mate van integraliteit haalbaar, bijvoorbeeld door slim te koppelen en het verbeteren van de afstemming.
- Maak goed onderscheid tussen type projecten en hun dimensies: beheer-, transitie-, ontwikkel-, herstructurerings- en wijkgerichte projecten. Het zoeken naar integraliteit door verbreding van de scope en afstemming met andere opgaven vraagt per type project om een andere benaderingswijze. Een andere dienst en een andere agenda is leidend, het tempo, de cultuur, aanpak en de wethouder verschilt.
- Maak verbinding tussen de dimensies die samen de projectopdracht bepalen (formeel en informeel). Denk naast het type project aan tijdspanne, werkcultuur, aansturing, financiën, juridisch kader, participatie, besluitvorming, schaalgrootte, e.d. Inzicht, afwegen en prioriteren is cruciaal bij integraal werken. Afstemmen en koppelen tussen alle opgaven kan niet altijd. Kaders voor het maken van keuzes zijn nodig om dit goed te doen.